Home | Contact | Mijn account | RSS |

Sprekers themadag - Klaas Meijaard

In het morgengedeelte houdt Klaas Meijaard een lezing over het leven onder de grond. Hoe planten samen leven met micro-organismen zoals schimmels en bacteriën en de gevolgen van deze samenwerking voor de gezondheid van de planten.

Als planten namelijk op een goede manier samenleven met de micro-organismen dan wordt de plant sterker en zal minder gevoelig tot ongevoelig zijn voor schadelijke schimmels, zowel ondergronds als bovengronds.

Ook kan hij zich beter verweren tegen insecten en andere vraatlustige belagers door een andere opbouw van zijn verdediging. Tegelijkertijd is waargenomen dat de plant een andere samenstelling krijgt waardoor, met name in gras, de voederwaarde stijgt en de koe een hoger rendement haalt.

Daar de overheid vindt dat we minder afhankelijk moeten worden van chemische middelen en tegelijkertijd de biologische middelen onder de toelatingsnormen van chemische middelen wil laten vallen is het ‘versterken van een plant van uit de bodem’ een mogelijke oplossing om planten weerbaarder te maken tegen aantasters.

Deze bijeenkomst geldt als een verlengingsbijeenkomst voor de spuitlicentie (1 punt), maar is ook interessant voor mensen die op een biologische wijze hun bedrijf voeren.


"Spuiten en slikken"

Duurzaamheid is een veel gebruikt woord in de landbouw. Alles moet duurzaam en soms wordt dat vertaald met chemievrij dus zonder gebruik te maken van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest. In de tweede kamer moet dit jaar het tweede Nationaal actieprogramma gewasbescherming worden vastgesteld.

Staatsecretaris Bleeker schrijft in zijn brief van 8 maart 2012 dat de voorgenomen doelen voor kwaliteit van het oppervlakte water en de arbeidsveiligheid niet zijn gehaald. Wat niet wordt vermeld, is dat in eerdere programma’s de afhankelijkheid van chemische middelen moest worden verlaagd en dat doel is ook nog steeds niet gerealiseerd. De land- en tuinbouw maar ook het openbaar groen is juist meer afhankelijk geworden van chemische middelen. Daarbij heeft een probleemgestuurde marketing tot onnodige inzet van deze middelen geleid. Dat een boer/tuinder zekerheden wil inbouwenin zijn bedrijfsvoering is logisch maar er zijn risico’s die overdreven worden waardoor er meer middelen worden toegediend dan noodzakelijk is. En dat is natuurlijk niet duurzaam.

In zijn brief schrijft de minister dat het advies van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), om te streven naar minder milieubelastende middelen en systeeminnovaties met inzet van niet chemische methoden, overgenomen wordt door het kabinetsbeleid. Niet chemische middelen zoals compost-thee en kruidenextracten zouden hieronder kunnen vallen maar dat wordt niet met name genoemd. En met de stopzetting van de Regeling Uitzonderingen Bestrijdingsmiddelen (RUB) dreigen deze middelen net als chemische middelen in de europese toelatingsprocedure terecht te komen.

Er zijn boeren en tuinders die al jaren hun bedrijf voeren zonder chemische middelen. Er is een groep die met echt minimale inzet hele goede bedrijfsresultaten haalt en deze kunnen zo als voorbeeld dienen. Er wordt echter meestal beleid gevoerd op onderzoek van instellingen waaruit een "doe-hetnu-zo-want-dan-halen-we-de-doelen"- truc tevoorschijn komt. Ik vind dat als de boer of tuinder snapt hoe zijn grond en gewassen worden belaagd, hij zelf ook in staat is om een antwoord te geven op de gestelde beleidsdoelen. Dit laatste wordt echter vaak genegeerd. Niet de boer of tuinder heeft kennis maar onderzoeksinstituten en op die kennis valt nog wel wat af te dingen.

Als ik mij beperk tot gewasbescherming en verontreiniging van oppervlaktewater, dan zijn er bijvoorbeeld twee technieken onderzocht die werkelijk kunnen bijdragen tot vermindering van schadelijke stoffen in het oppervlaktewater. Dit zijn: de aanstrijktechniek voor ongewenste planten op verharding en het sleepdoek in de veldspuit. Deze technieken zijn in het onderzoekcircuit netjes op een zijspoor gezet door ze slechts éénmalig mee te nemen in een onderzoeksjaar. Dat mag blijkbaar ongestraft in onderzoeksland terwijl de boer of tuinder die een methode heeft, en de doelstelling van de wetgever haalt, daarvoor gestraft wordt.

En toch hebben we het over duurzaam en dat daarmee geweldige resultaten zijn geboekt, maar de afgesproken doelen zijn niet gehaald. Nu ben ik zelf al jaren betrokken bij het terugbrengen van residuen in ons voedsel, het doel (samen met economisch perspectief)dat gehaald is volgens het PBL. Ik vind dat dit niet op mijn bord hoort en dat een boer of tuinder er voor moet zorgen dat het ook niet voorkomt.

De beste garantie om chemische residuen uit ons voedsel te houden, is ze gewoon niet toepassen. Aangezien het toch gebeurt, zien we in dit land dat de normen de belangrijkste graadmeter zijn terwijl er in het buitenland (dat volgens mij iets groter is als Nederland)onderzoekers zijn die aantonen dat het bij schadelijkheid voor mensen niet gaat om normen maar om moleculen. Met name de Berkeley Universiteit in Californie heeft aangetoond dat organofosfaten tijdens de zwangerschap
hun schadelijke invloed doen gelden op ongeboren kinderen.

Iets wat geen enkele boer of tuinder zou willen, maar wat toch gebeurt en in Nederland wordt gebagatelliseerd als slechts één onderzoekje. De werkelijke werking van chemische middelen wordt voor zowel de boer als de burger verzwegen en dat heet dan duurzaam.

Voor duurzaamheid krijgen boeren, ondanks dat doelen niet worden gehaald, een voldoende. Ik neem wel eens examens af van kandidaten die hun spuitlicentie hebben laten verlopen en als ik de staatssecretaris zou volgen, hoeven die dus niets meer te vrezen want met 4 onvoldoendes van de 6 te behalen cijfers zijn ze dan ruimschoots geslaagd.

Duurzaamheid is kennelijk een rekbaar begrip en hoe zit het nu met vitaal? Vitale landbouw begint voor mijn perceptie met snappen hoe het in planten en dieren werkt. Dat ze beide afhankelijk zijn van bacteriën en schimmels voor hun voortbestaan. Schimmels en bacteriën zijn nodig voor de verdediging tegen aanvallers van buiten af, ze helpen om de noodzakelijke voedingsstoffen uit de grond los te maken en die zijn weer nodig voor een gezonde opbouw van plant en bodem.

Kortom dat de onderkant van de plant (onzichtbaar in de grond) veel meer aandacht verdient dan het opbrengend vermogen van rassenlijsten en dergelijke. Als een plant zo is opgebouwd als ze bedoeld is, dan produceert zij levensmiddelen voor allen die er van eten. Kan vitaliteit zonder chemie? Waarschijnlijk wel want chemie hebben we nu ongeveer 80 jaar en planten zijn toch iets ouder.

Uw referent
Klaas Meijaard.
Winkelwagen
0 artikelen | € 0,00
»
Zoeken
»
Mijn account
»
Filter Welkom Vereniging Missie en doelstellingen Lidmaatschap Bestuur Privacyverklaring Wie Wat Waar Agenda en Nieuws Archief 2022 Archief 2021 Archief 2020 Archief 2019 Archief 2018 Archief 2017 Archief 2016 Archief 2015 Archief 2014 Archief 2013 Archief 2012 Onderwerpen Gezonde bodems Bemesting? Bodemleven Glyfosaat Vitaal water Vitale gewassen, voeding en gezondheid Kringlopen in land-en tuinbouw Boer-Burger en Ecoregio's Dierenwelzijn Nieuwe wetenschap en spiritualiteit Koolstofproblematiek Energievoorziening Biodiversiteit Gentechgewassen HR-gewassen Bt-gewassen Activiteiten Themadagen Eerdere themadagen Workshops en Symposia VoedselAnders-conferentie 2014 Symposium met Cordaid "Welke kennis delen wij?" 28 mei 2013 Lezingen Don Huber oktober 2011 Conferentie Acres USA december 2010 Ledenvergaderingen Nieuwsbulletin Publicaties NVLV Heel de Wereld Levenskracht uit de oceaan Bodemgezondheid QA Jaarboek 2012 Projecten Gezondheid Fast food Een glijdende schaal Detox Uitdagingen Sponsoring