Home | Contact | Mijn account | RSS |

Welkom bij het Netwerk Vitale Landbouw en Voeding

In Nederland is sprake van verborgen honger, dankzij industrieel geproduceerd voedsel
Bij verborgen honger moeten we niet denken aan hoeveelheden, want de schappen in de supermarkt puilen uit. Het probleem zit in de kwaliteit (voedzaamheid) van industrieel geproduceerd voedsel. Fast food lijkt ons wel een geschikte naam voor dit soort voedsel, omdat die term al in gebruik is voor de 'snelle hap' die iedereen wel kent en die schromelijk tekort schiet als het over voedzaamheid gaat. Precies om die reden kan de benaming 'fast food' wat ons betreft dus ook heel goed gebruikt worden voor al het voedsel afkomstig van industrieel geteelde gewassen. Want het punt is dat elk gewas dat grootschalig op landbouwgrond in monoculture wordt geteeld, onvermijdelijk dezelfde, met fast food vergelijkbare voedzaamheidsproblemen gaat vertonen. Dit komt doordat het gewas
  • moet groeien op een teveel aan wateroplosbare zouten en tegelijkertijd
  • door kerende grondbewerking (ploegen) en bestrijdingsmiddelen een tekort aan organische stof oploopt, met
  • de nodige gevolgen voor bodemstructuur en de vitaliteit van het bodemleven en dus voor de aanvoer van voldoende organische voedingsstoffen naar de plant. Met organische stoffen bedoelen we hier de stoffen geproduceerd door levende organismen.

Chemische bemesting en voedzaamheid
Al met al raakt een landbouwgrond onder invloed van chemische bemesting ernstig uit evenwicht. Het ontbreken van organische (vitale) voedingsstoffen heeft grote gevolgen voor de voedzaamheid van ons voedsel, omdat het (industrieel geteelde) gewas zonder bodemleven geen micronutriënten meer kan vormen, zoals vitaminen, enzymen, signaalstoffen en hormonen, en geen magnesium meer kan omzetten, met een sleutelrol in meer dan 200 enzymatische processen. Fast food is daardoor niet voedzaam genoeg en ook niet meer volwaardig. Voor ons staat fast food dus gelijk aan een vulmiddel, een 'leeg' soort voedsel dat moeilijk tot verzadiging leidt en al snel na het eten weer een hongergevoel oproept. We hebben dan nog niet eens de kwaliteitsverliezen besproken die het gewas na de oogst nog oploopt bij alle fabrieksmatige bewerkingsprocessen die de voedselindustrie meent erop te moeten loslaten.

Te weinig micronutriënten: de landbouw schiet zijn doel voorbij met inferieur voedsel
Tekorten aan micronutriënten in een gewas zijn dus direct terug te voeren op een beperkte vorm van chemische bemesting, zoals die in de industriële landbouw algemeen wordt toegepast. Daarbij krijgt de plant relatief grote hoeveelheden binnen van slechts een paar simpele zoutsoorten, opgelost in het bodemwater. Om dat water te kunnen opnemen moet de plant de opgeloste zouten dus altijd op de koop toe nemen, ook als die ongewenst zijn. Op dat beperkte dieet moeten de gewassen in de industriële landbouw vervolgens opgroeien, zonder te kunnen beschikken over een hele rij complexe, organische nutriënten die normaal beschikbaar zouden komen als er een gezond bodemleven aanwezig zou zijn. Helaas is dat nu juist hét probleem van de industriële landbouw geworden, waar het bodemleven wordt aangetast door de chemische manier van bemesten en bespuiten die er gebruikelijk is. Ook drijfmest valt eronder, vanwege de ruime hoeveelheden water en opgeloste zouten (NPS en NPN, =Non-Protein Sulphur and Nitrogen) die het bodemleven benadelen door zuurvorming, mobilisatie van zware metalen en een verminderde voedzaamheid van de gewassen door dezelfde tekorten aan micronutriënten te genereren als kunstmest.

Het bodemleven delft het onderspit en onze gezondheid komt in het gedrang
Zonder een vitaal bodemleven is er geen evenwicht tussen biologische (samengesteld organische) en minerale (simpele zoute) voedingsstoffen die voor plantvoeding beschikbaar zijn. Dit heeft grote gevolgen voor de volksgezondheid, want er zijn nu eenmaal voldoende micronutriënten nodig voor een goede verteerbaarheid van ons voedsel. Micronutriënten kan de plant alleen samenstellen met voedingsstoffen van organische oorsprong, die worden aangeleverd door het bodemleven. Ze bevatten organisch verpakte spoorelementen, waarvan het (her)gebruik de plant veel minder energie kost dan het wegwerken van een teveel aan opgeloste zouten. De overmaat van slechts enkele minerale zouten opgelost in het bodemvocht zorgt bovendien voor verzuring van de bodem (zwavel- en salpeterzuur) en voor lekverliezen naar de ondergrond, zeker wanneer die grond doorlatend is.

Maar de verontreinigingen blijven toenemen!
De overtollige meststoffen in het bodemwater vormen een bron van diffuse verontreinigingen, die overal vanuit de industriële landbouw weglekken. Niet alleen naar het grond- maar ook naar het oppervlaktewater waar ze voor vermesting zorgen, en voor slechte cijfers op het rapport van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), waarvoor de deadline nu, na ettelijke malen uitstel, op 2027 is gezet. We hebben het dan nog niet eens gehad over de nevel van bestrijdingsmiddelen die over Nederland hangt en die de grondoorzaak is van het verdwijnen van veel aerobe bodembacteriën en schimmels, van talrijke darmproblemen bij de mens en van een continue belasting van ons immuunsysteem. Ook de stoffengroep aangeduid met PFAS vormt een groot gezondheidsrisico.

Landbouwgrond, de basis van ons voedsel, wordt uitgewoond terwijl ziektekosten stijgen

Bij de industriële landbouwproductie (die met behulp van fossiele brandstoffen in de benen wordt gehouden) wordt er niet gestuurd op de voedzaamheid van het gewas (die afhangt van de beschikbare micronutriënten), maar op de Tonnen droge stof die kunnen worden geoogst per hectare. De simpele reden daarvan is dat de landbouw wordt betaald voor de droge stofopbrengst, en niet voor micronutriënten. Toch heeft het opdrijven van de droge stofproductie van een gewas met een beperkt aantal anorganische meststoffen (opgeloste minerale zouten) aanzienlijke consequenties voor de voedingswaarde,
  • omdat het gebrek aan organische stof (humus) het bodemleven ertoe aanzet zijn eigen provisiekast (het klei/humuscomplex) leeg te eten. Normaal liggen daarin spoorelementen opgeslagen, in de organische vorm die voor het gewas opneembaar is om er micronutriënten mee te vormen. Als er wordt geploegd gaat de afbraak van het klei/humuscomplex nog veel sneller, omdat verse humus dan oxideert aan de zuurstof in de lucht.
  • omdat er in het gewas dus tekorten aan micronutriënten ontstaan die de weerbaarheid aantasten en het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de hand werken, met alle gevolgen van dien voor bodemleven en de gezondheid van mens en dier.
  • omdat door dit alles de bodem dus wordt gekannibaliseerd, op zoek naar de nog resterende organische nutriënten.
Het eindresultaat van dit alles is een noodlijdend bodemleven, een structuurloze bodem en een gewas dat fast food oplevert. Dat 'voedsel' bevat voornamelijk nog de macronutriënten (koolhydraten, eiwitten en vetten), die dankzij pesticiden en de voedselverwerkende industrie eerst nog verder gecorrumpeerd dan wel verontreinigd worden, voordat ze bij de reguliere supermarkt zijn aangeland. Fast food heeft een veel te grote voetafdruk en is niet duurzaam zolang de organische koolstofkringloop niet wordt gesloten. Het brengt fysieke schade toe aan onze maatschappij als geheel, terwijl producent en tussenhandel niet worden afgerekend op het tekort aan micronutriënten dat in een industrieel landbouwproduct optreedt. Een absurde situatie, omdat een landbouwmethode gebaseerd op fossiele brandstoffen een doodlopende straat is die het behalen van de Parijse klimaatdoelstellingen niet dichterbij brengt. De schade op het vlak van milieu en gezondheid is veel groter dan de investeringen die nodig zouden zijn om nu op regeneratieve landbouw over te schakelen en de organische koolstofkringloop weer te sluiten.

Fast food is dus niet alleen een inferieur soort voedsel, maar is ook nog eens te goedkoop, omdat de maatschappij voor het leeuwendeel van de ziektekosten opdraait en de vervuiler van de bodem vrijuit gaat. Dit gebrek aan aandacht in de voedselketen voor mens, dier en planeet veroorzaakt astronomisch hoge zorgkosten, die, net als de milieuschade bij de productie, simpel te vermijden zouden zijn door de lokale organische koolstofkringloop te sluiten, voor herstel van de voedzaamheid van het gewas.
Alleen: dat vraagt in de landbouw om een cultuuromslag, letterlijk en figuurlijk,
  • waarbij de stikstof niet langer van elders en steeds opnieuw door de mens wordt geïmporteerd via een lineair aanvoermodel. Dat is totaal overbodig, omdat stikstof door de gewassen zelf -en veel efficiënter- a) lokaal kan worden gebonden vanuit de lucht of b) kan worden hergebruikt, in een circulair systeem. Respectievelijk gebeurt dat a) via de fotosynthese en b) met hulp van het bodemleven, dat de organische resten van de oogst (inclusief poep) afbreekt voor hergebruik door het gewas in organische vorm, in ruil voor een deel van de suikers die de plant produceert m.b.v. fotosynthese
  • waarbij het lokale bodemleven dus intensief samenwerkt met het gewas om de planten te voeden met organische afbraakproducten van biologische oorsprong (en niet met chemie) en de intrinsieke bodemvruchtbaarheid met humusvorming op peil wordt gehouden,
  • waarbij het terugbrengen op het land van alle restproducten van de oogst dus hoogste prioriteit heeft, omdat die producten nodig zijn om met hulp van het bodemleven voldoende spoorelementen in de kringloop te houden, met het oog op de aanmaak van voldoende micronutriënten in het geteelde gewas.
  • Maar waarbij chemische bestrijdingsmiddelen (gemaakt uit fossiele brandstoffen!) dus uit den boze zijn, vanwege hun kwalijke uitwerking op het bodemleven én op onze darmbacteriën!.
Het herstel van deze kringloop is dus op zichzelf heel eenvoudig, maar in de praktijk heel moeizaam. En hoe langer die transitie uitblijft, hoe moeilijker het wordt de kringloop daadwerkelijk op lokaal niveau te sluiten. Want het bodemleven gaat er met de tijd niet op vooruit, als de industriële landbouw geen andere prioriteiten weet te kiezen dan kunst- en drijfmest toepassen, ploegen en pesticiden spuiten!

Wie verkoopt er precies fast food
Het zijn niet alleen de geijkte fast food-ketens die fast food verkopen; de reguliere Nederlandse supermarkten kunnen er ook wat van: het blijkt dat daar 70 á 80% van het aanbod niet voedzaam genoeg is en in die zin niet verschilt van fast food. Kort en goed: juist de stofjes die nodig zijn om het verteringsproces van ons voedsel efficiënt te laten verlopen ontbreken in het leeuwendeel van onze landbouwproducten! Ook het vee dat gevoed wordt met producten uit diezelfde industriële landbouw loopt dit risico op tekorten aan micronutriënten, waardoor dat vee te maken krijgt met gebreksziekten.

De relatie tussen micronutriënten in ons voedsel en het humusgehalte van de bodem
De afwezigheid van micronutriënten in ons voedsel wijst op tekorten aan vrij opneembare spoorelementen in de bodem. De vrije opneembaarheid van spoorelementen voor planten hangt direct samen met de manier waarop die elementen door het bodemleven zijn ingebouwd in humus, de verzamelnaam voor een complex van organische verbindingen, samengesteld door micro-organismen in de bodem. Humus hecht zich makkelijk aan kleideeltjes en vormt zo het zg. klei/humuscomplex. Het complex maakt deel uit van het bodemvoedselweb, waarin de humus wordt geproduceerd, gedistribueerd en opgeslagen door het bodemleven.

Het is belangrijk onderscheid te maken tussen opneembaarheid en beschikbaarheid van spoorelementen. De beschikbaarheid loopt sterk terug als er een bestrijdingsmiddel als glyfosaat in het spel is. Dit middel heeft chelerende eigenschappen waardoor spoorelementen zonder pardon uit roulatie worden genomen en dus onbruikbaar worden voor het bodemleven om humus te vormen. De concentraties spoorelementen die men in chemische (destructieve) analyses van de bodem vindt, zeggen daarom nog weinig over de hoeveelheden die daadwerkelijk opneembaar zijn voor planten. Biologische analyses (bv. van het bladsap) zouden voor bepaling van de opneembaarheid veel geschikter zijn.

De relatie tussen waterbeschikbaarheid en het humusgehalte van de bodem
Humus is een gitzwart, plastisch materiaal opgebouwd uit verstrengelde koolstofketens van variabele lengte, die enorme hoeveelheden water en nutriënten kunnen vasthouden in een colloïdale mix. De bijzondere eigenschap van deze mix is dat er ook bij langdurige droogte nog water en nutriënten worden afgegeven aan de plant en er dus ook langdurig groei mogelijk blijft tijdens perioden van uitdroging. Landbouwgronden verliezen humus zodra de organische koolstofkringloop onderbroken raakt en het bodemleven geen nieuwe humus meer kan aanleveren; dat proces is in de industriële landbouw al tientallen jaren gaande en het gaat gelijk op met lagere gehaltes aan micronutriënten in het gewas dat wordt verbouwd. Het betekent op zijn beurt dat ook het voedsel dat met zo'n gewas wordt geproduceerd, niet meer volwaardig is. Zo degradeert ons voedsel tot fast food. Dat laatste heeft echter niet één, maar twee belangrijke oorzaken. Die zijn te vinden:

1) in de landbouwproductiemethode en 2) in de voedselverwerkende industrie.
  1. Om te beginnen bevatten industriële landbouwproducten al te weinig micronutriënten door de manier waarop de bodem en het bodemleven worden behandeld met kunstmest, zware machines en bestrijdingsmiddelen (glyfosaat!). Daardoor is de organische koolstofkringloop onderbroken geraakt, komt de aanvoer van spoorelementen door micro-organismen tot stilstand en kunnen er door de plant dus ook geen micronutriënten meer gevormd worden. Ook voor veevoer uit de industriële landbouw gaat dat verhaal op;
  2. vervolgens wordt dit verarmde voedsel in de fabriek nog verder 'uitgekleed'. Het wordt ontdaan van 'lastige' stoffen zoals natuurlijke vitamines en enzymen, omdat die ervoor zorgen dat natuurlijk voedsel eerder bederft dan verpakt 'plankvoedsel'. Daarna wordt het restant aangevuld met een waslijst aan kunstmatige vulstoffen, die vooral de houdbaarheid en verkoopbaarheid moeten bevorderen. Denk daarbij aan emulgatoren, stabilisatoren, geur- en kleurstoffen, verslavende smaakstoffen en niet te vergeten conserveermiddelen die in de regel niets met voedzaamheid te maken hebben. Om het af te ronden worden er ten slotte nog wat chemische supplementen aan toegevoegd, als een goedkope vervanging van de natuurlijke stoffen die er eerder zijn uitgefilterd. Het resultaat van al die behandelingen noemen we fast food. Doorgaans levert fast food te veel calorieën, door te veel eiwitten en vetten aan de ene kant en te weinig vezels en koolhydraten aan de andere kant. Verder worden er ook nog wel eens wat residuen in aangetroffen van bestrijdingsmiddelen die zorgen voor de opkomst van neuro-degeneratieve aandoeningen zoals Parkinson's en zeer waarschijnlijk ook Alzheimer's disease.

De Amerikanen noemen fast food ook wel 'junk food'. We eten er snel te veel van, omdat er geen signaalstoffen (micronutriënten!) meer in zitten die aan ons brein kunnen doorgeven op welk moment we moeten stoppen met eten. Een deel van onze darmbacteriën gaat dood, door de onnatuurlijke voedselsamenstelling en alle verontreinigingen. We krijgen te maken met zaken als coeliakie, PDS (Prikkelbare Darm Syndroom) en ballaststoffen waar het lichaam geen weg mee weet.

Ballaststoffen worden, ongelukkig genoeg, langdurig opgeslagen in weefsels waar ze niet thuishoren. We groeien dus uit model, door alle ballast die er rond ons middel (man) of onze heupen (vrouw) blijft hangen. Daarmee begint het obesitasverhaal dat vooral over verdwaalde vetten en over diabetes gaat. Diabetes type 2 is een ziekte die begint met de opslag van overtollige vetten in (spier)cellen die daar niet geschikt voor zijn en die daardoor niet meer reageren op het insuline-aanbod uit het bloed. Het zijn dus de overtollige vetten die een bloedsuikerprobleem creëren. De alvleesklier (pancreas) gaat vruchteloos insuline produceren maar krijgt de bloedsuikerspiegel niet omlaag, raakt overwerkt en houdt er langzaam mee op. We krijgen dan suikerziekte. Dat probleem wordt echter niet opgelost door minder koolhydraten te eten, maar door de overmaat aan vetten en eiwitten uit ons Westers dieet te verwijderen. 'You're barking up the wrong tree', zouden de Amerikanen zeggen. Het hele verhaal eindigt met kanker.
Het cardioverhaal gaat over hart- en vaatziekten en behandelt de opslag van overtollige eiwitten, die met name in onze bloedvaten blijven hangen en vervolgens ook in onze kransslagaders, met desastreuze gevolgen voor de bloedsomloop.

Die zich in ons lichaam ophopende ballaststoffen blazen onze weefsels op, veroorzaken permanente ontstekingen, zetten ons immuunsysteem op scherp en vormen de basis van allerlei chronische ziekten, zeker in combinatie met residuen van bestrijdingsmiddelen die de darmbekleding aanvallen en gaten laten vallen in de darmwand. Die chronische ziekten grijpen steeds verder om zich heen en jagen de BV Nederland op hoge kosten, bovenop de miljarden die al aan fossiele brandstoffen zijn uitgegeven om dit foute voedsel te produceren. Fout op fout!


Een verbetering van de voedselkwaliteit vraagt al decennia om andere landbouwdoelen.
Streven naar voedzaam voedsel met voldoende micronutriënten vereist allereerst dat de lokale organische koolstofkringloop weer gesloten wordt. Dat kan gebeuren door alle organische resten terug te brengen naar de plaats waar ze geoogst werden en waar ze ook weer afgebroken kunnen worden door het bodemleven (als het daar ten minste nog vitaal genoeg voor is).
Het herstel van de kringloopprocessen wordt dus gefaciliteerd door een vitaal bodemleven en vormt het begin van de ontwikkeling van een productief bodemecosysteem, niet op basis van de van elders aangevoerde hulpbronnen die de industriële landbouw er jaar in jaar uit in moet pompen om het systeem gaande te houden, maar op basis van de lokale, gesloten koolstofkringloop die de bodem intact laat en op eigen kracht (onder goed beheer) een surplus genereert.
  • Het sluiten van de organische koolstofkringloop is dus niet alleen belangrijk voor herstel van de voedselkwaliteit,
  • maar ook voor het in stand houden van de kringlooplandbouw die dit volwaardige voedsel lokaal kan produceren.
  • Daarnaast vormt een vitaal bodemecosysteem een krachtig wapen tegen klimaatverandering, doordat het de sponswerking van de bodem onder het landschap weer op gang kan brengen. Het uitdijende klei/humuscomplex dat daarvoor verantwoordelijk is, fungeert binnen het bodemecosysteem namelijk als een buffer voor drie verschillende stromen:
    • Ten eerste als nutriëntenbuffer voor plantvoedingsstoffen in de koolstofkringloop.
    • Ten tweede als waterbuffer voor de hydrologische kringloop, die ervoor zorgt dat waterdamp regionaal blijft circuleren en als neerslag in hetzelfde gebied terugkomt.
    • Ten derde als buffer voor warmteopslag in de bodem. Dat heeft te maken met de hoge soortelijke warmte van water. Hoe meer humus er aanwezig is op het klei/humuscomplex, hoe meer water en warmte er in de bodem kunnen worden opgeslagen en hoe minder de temperatuur oploopt aan het bodemoppervlak (wat forse turbulentie en extreem grillige neerslag veroorzaakt).

Regeneratie van het bodemecosysteem is de sleutelfactor in voedsel- én klimaatadaptatie
Een actief, circulair bodemecosysteem levert (onder de juiste condities) een bruikbaar overschot aan nutriënten (surplus) op waarmee de mens zich kan voeden. Met de tijd kan dat surplus snel groter kan worden bij een goed beheer. Het is hetzelfde surplus waar ook de permacultuur in een voedselbos naar streeft. Het vraagt echter wel om een goed begrip van die condities, want anders komt er van de toename van dat surplus niet zoveel terecht in de tijd. Een goede C/N-verhouding (12 á 15) van het teruggebrachte materiaal is een eerste eis, maar er is meer nodig. Het bodemleven moet het aangeboden materiaal ook weer kunnen afbreken naar de toestand die geschikt is om de vrijgekomen nutriënten weer in een nieuwe groeicyclus op te nemen: de hapklare brokken eiwit (peptiden) die door een plant direct kunnen worden opgenomen. Hoe meer soorten bacteriën en schimmels er echter in het bodemecosysteem gaan ontbreken, hoe moeilijker het afbraakproces het stadium van de hapklare brokken kan bereiken. Zeer belangrijk is daarom hoe er met de (nog) aanwezige microben in een bodem wordt omgesprongen. Duidelijk is dat kunstmest en bestrijdingsmiddelen daar geen positieve invloed op hebben en kerende grondbewerking ook al niet. Als dat microbiële leven zodanig is afgetakeld dat die 'hapklare brokken' niet meer binnen bereik liggen, dan stagneert de afbraak van organische resten dus en raakt de koolstofkringloop onderbroken.

Als die onderbreking van de kringloop niet te lang duurt kan deze wel weer op gang gebracht worden,
  • met inoculatie van mycorrhizale sporen,
  • met injectie van actieve zuurstofminnende (aerobe) bacteriestammen en
  • met genoeg organische en anorganische verbindingen zoals steenmeel, geschikt voor voeding van het bodemleven.
Maar als het nog aanwezige stabiele organische materiaal (humus) bijna volledig is 'verbrand' tot CO2 en NPN (=Non-Protein Nitrogen, of niet-eiwitgebonden stikstof), valt het klei/humuscomplex uit elkaar en krijgen we te maken met imploderende minerale bodems waar lucht, water en microben nauwelijks nog toegang hebben. Tot overmaat van ramp warmt het oppervlak van een bodem zonder humus snel en sterk op, en ontstaat de forse turbulentie van driftig opstijgende warme luchtmassa's die verantwoordelijk zijn voor de felle regenbuien en sterk wisselende neerslagintensiteiten die wij nu meemaken.

Onder gunstige omstandigheden (naast lucht en water, wat koolhydraten en vanzelfsprekend organisch gebonden spoorelementen) kan het microbiële leven onmiddellijk weer actief worden, zich met voldoende organische voeding razendsnel ontwikkelen en bij de haarwortels de levende koolstofverbindingen afleveren waarmee de plant de micronutriënten vormt die nodig zijn om weerbaar te worden en als volwaardig voedsel te kunnen dienen. Dat heeft grote ruimtelijke consequenties, maar met fossiele koolstof op industriële schaal ziekmakend fast food blijven produceren is geen optie, gezien de hoge kosten die dat oplevert voor de milieu- en gezondheidszorg.

VOOR VOEDZAAM VOEDSEL MOETEN WE OVERGAAN OP ORGANISCHE KRINGLOOPLANDBOUW Zo'n landbouw produceert voedsel met een hoge (micro)nutriëntdichtheid in samenwerking met het bodemleven. Zonder bodemleven kan de plant nauwelijks micronutriënten aanmaken en die zijn absoluut noodzakelijk voor een goede vertering van ons voedsel! Dat wil zeggen dat de landbouw de bescherming van het aerobe bodemleven (t.b.v. de koolstofkringloop) te allen tijde voorop moet stellen bij het uitvoeren van teeltmaatregelen. Daarom is organische kringlooplandbouw ook de aangewezen methode om de exploderende zorgkosten in Nederland te beteugelen. In 2023 betaalden we €54,8 Mjrd alleen al voor ons basiszorgpakket.

De BV Nederland moet nu snel maatregelen nemen tegen het zorginfarct dat gaat ontstaan als gevolg van tal van opkomende chronische ziekten. De landbouw moet ten dienste van onze gezondheid worden gesteld, in plaats van te worden ingezet voor een exportgerichte bulkproductie die met behulp van fossiele brandstoffen grote hoeveelheden fast food produceert. Dat is contrair aan het Klimaataccoord van Parijs. Fast food is niets meer dan een vulmiddel zonder micronutriënten. Het heeft veel te veel kwalijke eigenschappen en moet worden uitgefaseerd omdat het voor onze gezondheid een tikkende tijdbom vormt. We moeten dus wegblijven uit de reguliere supermarkt die voornamelijk fast food verkoopt, en terugkeren naar de markt voor volwaardig voedsel
  1. dat ons echt voedt en ons niet opzadelt met allerlei lichaamsvreemde stoffen,
  2. dat dus met levende koolstof wordt geproduceerd door de organische koolstofkringloop en
  3. dat derhalve alleen afkomstig kan zijn van een gezonde bodem met veel bodemleven!
Volwaardig voedsel is natuurlijk gegroeid voedsel dat ook onze grootouders nog als voedsel zouden herkennen en dat ze vaak zelf, in eigen moestuin verbouwden. We moeten dus ook terug naar de keuken om zelf ons voedsel te bereiden, en niet meer blind vertrouwen op wat de voedselindustrie ons buiten de voordeur nog allemaal aan onnatuurlijke ingrediënten in de maag wil splitsen.

BERICHT AAN PREMIER DICK SCHOOF:
Het gebruik van geïmporteerde stikstof en fosfaten is contraproductief bij het verbeteren van de voedselkwaliteit. Laat het produceren van volwaardig voedsel uitgangspunt zijn en los en passant het stikstof- en het klimaatprobleem op. Nederland hoeft niet de halve wereld te voeden met bulk!


In Nederland zitten we met een energetisch zeer inefficiënt industrieel landbouwmodel:
uitgedrukt in energie-eenheden zijn de opbrengsten van de landbouw tussen 1950 en 2020 met 17% gestegen, terwijl in dezelfde periode de benodigde input-energie is toegenomen met 700 %! Dat heeft enorme consequenties voor de omvang van de klimaatopgave waarvoor het Klimaataccoord van Parijs ons stelt in het traject naar 2050.

Daar komt nog eens bij dat de voedzaamheid van de industriële landbouwproducten niet is meegegroeid met de toename van de productie; integendeel. Wat de landbouw nu levert is alleen nog geschikt om er fast food van te maken. Dat bevat niet meer de micronutriënten die ons voedsel volwaardig maken. Het ontbreken van micronutriënten in ons voedsel gaat gepaard met torenhoge kosten in de gezondheidszorg en is terug te voeren op een onderbreking in de kringloop van organische nutriënten waar alle levende organismen deel van uitmaken en afhankelijk van zijn. Die kringloop is onderbroken geraakt in het bodemcompartiment en daarvoor zijn vier onderliggende oorzaken aan te wijzen, die alle met het bodemleven te maken hebben:
  • overbemesting met stikstof en fosfaat, afkomstig van kunstmest of van veel te veel (drijf)mest waar de intensieve veehouderij graag vanaf wil. Te veel stikstof en fosfaat zijn giftig voor het bodemleven.
  • kerende grondbewerking (zoals ploegen en spitten), die slecht is voor bodemleven en bodemstructuur en voortschrijdende compactie in de hand werkt
  • gebruik van gewas'beschermings'middelen die bodemleven en dus bodemstructuur verder onderuit halen
  • de doorgeschoten schaalvergroting na de Tweede Wereldoorlog, gericht
    1. op gemechaniseerde bewerking van grote oppervlakken,
    2. op maximalisatie van droge stofopbrengsten en
    3. op bulkproductie.
    De monocultures die op zulke grote percelen worden verbouwd dragen, door het gebruik van zware machines, kunst/drijfmest en bestrijdingsmiddelen, in belangrijke mate bij aan het afnemen van de diversiteit van het bodemleven, van de bodemgezondheid en van de weerbaarheid van de gewassen.

Naast een tekort aan micronutriënten veroorzaakt door de industriële landbouw zelf, is er ook nog de voedselverwerkende industrie, die de ontstane tekorten verder opjaagt door
  • het voedsel naar believen te vermalen, te raffineren en te versnijden,
  • nog allerlei kunstmatige hulpstoffen aan de fast food ingrediënten toe te voegen
  • en ten slotte alles nog eens leuk te verpakken, wat een enorme afvalberg oplevert.
De gevolgschade die door dit failliete landbouwmodel wordt toegebracht aan het milieu en onze gezondheid, wordt niet toegerekend aan de industriële landbouw, maar afgewenteld op de maatschappij als geheel. De prijs van fast food is dus te laag, de prijs van milieu- en gezondheidszorg veel te hoog!

Voor een afdoende oplossing van deze problemen zou het goed zijn de denkrichting in de gangbare landbouw nu eens rigoreus om te draaien:
definieer eerst de gewenste voedselkwaliteit (=volwaardig) en kies daarbij de vorm van landbouw die deze voedselkwaliteit duurzaam kan realiseren. We hebben het dan over organische kringlooplandbouw, waarin het bodemleven in balans is (dus evenveel schimmels als bacteriën bevat), om voldoende stabiele organische verbindingen beschikbaar te kunnen stellen, zowel voor plantvoeding als voor onderhoud van de bodemstructuur. Het gewas kan er micronutriënten mee aanmaken en dát is wat volwaardig voedsel oplevert!

Als onze nieuwe regering het produceren van volwaardig voedsel als vertrekpunt voor het beleid zou nemen en niet als sluitpost, zouden tal van problemen gerelateerd aan stikstof in hun onderlinge samenhang kunnen worden opgelost.

Zo'n integratieve benadering hebben veel vorige kabinetten steevast voor zich uit weten te schuiven door in opeenvolgende regeerakkoorden het schrijven van de landbouwparagraaf over te laten aan de behartigers van deelbelangen. Die hielden geen rekening met overkoepelende maatschappelijke belangen, zoals volks- en diergezondheid en het incasseringsvermogen en de draagkracht van onze landbouwbodems op de lange termijn.

In de loop van de jaren werd de landbouwproductie dus steeds meer afhankelijk van externe inputs, zoals kunstmest, bestrijdingsmiddelen en irrigatie. Aanvankelijk ging het alleen om kunstmest, dat werd gebruikt als middel tot gemakkelijke opbrengstverhoging. Maar omdat planten door kunstmestgebruik verzwakken, kwamen de bestrijdingsmiddelen automatisch ook in beeld op het moment dat het gewas met kunstgrepen overeind gehouden moest worden. De irrigatie ten slotte werd steeds belangrijker toen de bodem zijn capaciteit om water vast te houden steeds verder verloor, door de afbraak van humus (organische stof) die onvermijdelijk volgt op de vernietiging van het bodemleven.

Al die extra inputs van buiten veroorzaakten dus uitholling van de natuurlijke bodemvruchtbaarheid (=het verloren gaan van het bodemvoedselweb, dat voor de humusopbouw zorgt). Door het slinken van de humusvoorraad had men niet alleen de neiging de toegediende hoeveelheden kunstmest steeds verder te verhogen, maar gingen er ook lekverliezen optreden, van reactieve stikstof naar grondwater en atmosfeer. Het perfecte plaatje voor vernietiging van het bodemleven! Denk in dat verband ook eens aan de bijdrage van het middel glyfosaat dat tegenwoordig wordt toegepast. Voor de 70-er jaren bestond het goedje niet eens! Zo wordt voedselkwaliteit ingeruild voor -kwantiteit en wordt het bodemleven platgespoten, waardoor de natuurlijke kringloop van organische nutriënten onvermijdelijk onderbroken raakt. Einde verhaal voor natuurlijke bodemvruchtbaarheid, micronutriënten en volwaardig voedsel!

Van oudsher schreven met name CDA en VVD aan de landbouwparagraaf, vanwege hun grote aanhang onder intensiverende boeren en ook het Landbouwschap deed leuk mee. Later nam het LTO die rol over. Deze verwevenheid zorgde

  • voor belangenverstrengeling met toeleverende bedrijfstakken, banken en diensten,
  • voor een veel te veel op bulkproductie en export gerichte reguliere landbouw,
  • voor een extreme nadruk op landbouwmechanisatie en minimalisatie van loonkosten,
  • voor een explosieve toename van de gebruikte hoeveelheden fossiele energie en dus ook van uitgestoten broeikasgassen,
  • voor een bodem die nu door destructieve grondbewerkingsmethoden zo is uitgewoond dat industriële landbouwgronden nauwelijks nog in staat zijn volwaardig voedsel voort te brengen.
Verderop in de voedselketen betekent dit dat de consument door de reguliere supermarkten wordt overspoeld met fast food (leeg voedsel, zonder voedingswaarde), dat obesitas in de hand werkt en voor de volksgezondheid uitermate schadelijk is, omdat het ons immuunsysteem en de energievoorziening in het lichaam (de mitochondriën) aantast.

Gesouffleerd en gegijzeld door jengelende clubjes van gevestigde belangen heeft Mark Rutte zich chronisch klem laten zetten in sectoraal denken, terwijl er visie, systeemdenken en durf van hem werden gevraagd om buiten de lijntjes te kleuren van een failliet landbouw-model dat de bodem vernietigt, (te veel) erfbetreders riant beloont en vooral de wat kleinere boeren met lege handen op het erf achterlaat. Dit terwijl aandeelhouders van de grote supermarkten gaan lopen met de marges waar het kleine familiebedrijf recht op heeft.

De belangrijkste voorwaarde voor een toekomstbestendige landbouw is wel dat iedereen in de land- en tuinbouw met de natuur gaat meewerken (dus ook een standsorganisatie als LTO of een bank als de RABO), zodat het Ministerie van LNV nu eindelijk het stimuleren van een vitaal bodemleven tot spil van het landbouwbeleid kan maken. Resultaat daarvan zou zijn dat

  1. een malle interventie als het injecteren van drijfmest onmiddellijk gestaakt zou worden, omdat deze methode veel te hoge concentraties drijfmest achterlaat in de sleepsporen. Zo wordt het bodemleven vakkundig vergiftigd en wordt de productie van volwaardig voedsel onmogelijk gemaakt, aangezien de plant geen micronutriënten meer kan aanmaken die essentieel zijn voor volwaardig voedsel.
  2. het bodemleven zo divers en vitaal wordt dat er voldoende afbraakproducten van organische aard vrijkomen die essentieel zijn, zowel voor plantvoeding als voor humusvorming. Zo kan de organische koolstofkringloop zich sluiten, kan het klei/humuscomplex zich herstellen en kan de productie van volwaardig voedsel op gang komen, bijna overal ter wereld en op een simpele manier
  3. er dus een enorme reductie in zorgkosten gerealiseerd kan worden (ook mondiaal)
  4. het bodemleven moeiteloos voldoende CO2 in de bodem zou kunnen opslaan om (op wereldschaal) de opwarming van de aarde te stoppen en terug te draaien. Een mondiale toename van 1% in humusgehalte zou al voldoende zijn om de opwarming te stoppen. Een toename van 1% humus is lokaal soms al binnen 1 jaar te bereiken, als er maar met voorrang gestuurd wordt op de ontwikkeling van het bodemleven
  5. ook het stikstofprobleem in de landbouw uit de wereld kan worden geholpen door de import van stikstof (N) aan te pakken. Daarvan is per jaar 238.000 Ton zuivere N afkomstig uit kunstmest, 432.000 Ton uit veevoeders en uit bestrijdingsmiddelen nog eens x Ton). Al die geïmporteerde stikstof is helemaal niet nodig, als men het lokale bodemleven weer de ereplaats geeft die het verdient. Als we in Nederland
    • dan ook nog voldoende landbouwgrond zouden reserveren voor de binnenlandse humane voedselbehoefte en onze landbouw niet aan Zuid-Amerika zouden uitbesteden voor veevoeders,
    • op elke hectare consequent 7% natuurontwikkeling op strips zouden inzetten,
    • op de overige 93% eveneens optimale ontwikkeling van het bodemleven nastreven, door geen kunstmest en/of bestrijdingsmiddelen te gebruiken en
    • geen BTW meer zouden heffen op onbewerkt (minimaal biologisch) voedsel,
    dan komt volwaardig voedsel binnen ieders bereik. Dan kan het bodemleven als vanouds samen met de plant voldoende stikstof uit de lucht opnemen om onze nationale voedselbehoefte te dekken en onze voedselsoevereiniteit veilig te stellen.
  6. veel andere regio's op aarde zelf ook volwaardig voedsel kunnen verbouwen, zodat er geen noodzaak is, uitgerekend het kleine Nederlandje voor de halve wereld inferieur voedsel (en mest) te laten produceren. Het is slechts een excuus voor een achterhaald agro-industrieel verdienmodel dat fast food oplevert, veel CO2 en NH3 uitstoot en overal in de wereld milieuproblemen veroorzaakt door niet circulair te werken.
  7. fossiele brandstoffen uitgefaseerd kunnen worden, om te beginnen in de landbouw, omdat de fabricage van kunstmest en bestrijdingsmiddelen voor de voedselproductie overbodig wordt, evenals de uitstoot van CO2 als gevolg van het transport van voedsel, middels bulktransporten over de halve wereld

Alleen met behulp van een vitaal, actief bodemleven kan de plant micronutriënten vormen.
Het bodemleven kan plantaardige en dierlijke resten volledig afbreken, als die op het land worden teruggebracht zonder verontreiniging met bestrijdingsmiddelen. Dan kan met die afbraakproducten de organische koolstofkringloop gesloten worden, de kern van organische kringlooplandbouw.
De organische afbraakproducten vrijgemaakt door een actief bodemleven worden door het bodemleven in een aantal stappen verder verwerkt en geschikt gemaakt, deels voor opname door de wortelharen van de plant en deels voor onderhoud van het klei/humuscomplex. Door de samenwerking met het bodemleven kan de plant de spoorelementen in de organische vorm opnemen die nodig is voor de vorming van micronutriënten zoals geur- en smaakstoffen, anti-oxidanten, enzymen, vitaminen, afweerstoffen en korte-ketenvetzuren. Die dragen alle bij aan de gezondheid van mens en dier.

ZONDER ORGANISCHE KRINGLOOPLANDBOUW GEEN PRODUCTIE VAN VOLWAARDIG VOEDSEL
Met een vitaal bodemleven actief, kan de organische koolstofkringloop zich sluiten. Er zijn 4 essentiële voorwaarden voor het sluiten van de organische koolstofkringloop door het bodemleven:
  • het bodemleven moet voldoende gevoed worden, door alle eerder geoogste organische producten weer op het veld terug te brengen, evt. aangevuld met natuurlijke supplementen die langdurig een kleine hoeveelheid spoorelementen kunnen afgeven;
  • het bodemleven moet kunnen beschikken over een buffer, om hiaten te kunnen overbruggen in de vorming van afbraakproducten. Die buffer noemen we het klei/humuscomplex, en is essentieel voor het functioneren van de organische koolstofkringloop.
  • het bodemleven moet dus vitaal genoeg zijn om tegelijkertijd 2 functies te kunnen vervullen:
    • verse organische afbraakproducten beschikbaar stellen aan de plant en
    • voldoende afbraakproducten apart zetten om het klei/humuscomplex te onderhouden.
    Door kunstmest en bestrijdingsmiddelen wordt onvermijdelijk de organische koolstofkringloop onderbroken, omdat het bodemleven langzaam maar zeker afsterft, er geen afbraakproducten meer worden gevormd en het klei/humuscomplex dus niet meer wordt onderhouden;
  • de afbraakproducten moeten voldoende spoorelementen bevatten, nodig als co-factor bij de vorming van bv. enzymen. Daarvoor moeten er in de bodem zowel bacteriën als schimmels actief zijn. Een stof als glyfosaat bindt heel veel van deze spoorelementen en stuurt dus de vorming van enzymen flink in de war en daardoor ook de vorming van eiwitten;
Het bodemleven zet de afbraakproducten verder om en transporteert ze de bodem in, om de plant opneembare spoorelementen te kunnen bezorgen. Als de afbraakproducten genoeg opneembare spoorelementen bevatten, kan de plant de micronutriënten vormen die ons voedsel volwaardig maken.

Het is hoog tijd voor een landbouw die weer met de natuur meewerkt, volwaardig voedsel produceert en niet meer blijft bijdragen aan verzuring, vervuiling (en uitputting) van onze landbouwgrond door stikstof en fosfaten van elders te importeren. Zo krijgt de gezondheid van mens en dier ook weer een reële kans, omdat die gezondheid afhankelijk is van micronutriënten die de plant alleen kan vormen als het bodemleven gezond is en de juiste organische ingrediënten kan afleveren bij de plant.

Goede stappen in de richting van een gezonde bodem met voldoende humus zouden zijn:
  1. Eerst het bodemleven vitaliseren, om de organische koolstofkringloop te kunnen sluiten;
  2. Biomassa niet vergisten of verbranden, maar op het land terugbrengen, als voeding voor het bodemleven.
  3. Bestrijdingsmiddelen en kunstmest uitfaseren omdat ze het bodemleven schaden.
  4. CO2-credits toekennen aan de aanwas van humus in de bodem, omdat dit instrument veel kosten-effectiever is dan via pijpleidingen een beetje CO2 opslaan in zoutkoepels.
  5. BTW op 0 zetten voor onbewerkte en gefermenteerde biologische voedselproducten Bio-(dynamische) teelt gebruikt geen bestrijdingsmiddelen of kunstmest en is dus fundamenteel schoner. Daarbij bieden met name onbewerkte groente en fruit, evenals de gefermenteerde varianten daarvan, aan mens en dier de gezondheidsvoordelen van een vitaler microbieel leven, zowel in de bodem als in de darmen. Het BTW-0-tarief maakt deze volwaardige voeding ook bereikbaar voor de laagste inkomens, waarmee een enorme besparing op de exploderende zorgkosten kan worden gerealiseerd.

Bovenstaande 5 maatregelen zouden een grote positieve impact hebben op onze maatschappij, o.a. omdat met dit pakket ook een flinke reductie van het stikstofprobleem wordt bereikt. Dat komt doordat een actief bodemleven niet alleen CO2, maar ook stikstof bindt, waarmee aminozuren en eiwitten kunnen worden gevormd. Dat levert naast gezonde mensen en een gezonde, structuurrijke bodem ook robuuste ecosystemen op, die beter bestand zijn tegen klimaatveranderingen.

Zowel de stikstofreductie als de transitie naar organische kringlooplandbouw vragen om dezelfde systemische verandering, waarbij alle subsystemen die stikstof verwerken worden verlost van de extra stikstof die van elders is geïmporteerd en waardoor het optimum stikstofniveau wordt overschreden. De overmaat aan reactieve stikstof stimuleert de uitstoot van overtollige stikstof naar atmosfeer en grondwater, doet een aanslag op het bodemleven en frustreert zo de natuurlijke koolstofkringloop. Subsystemen die veel stikstof uitstoten zijn naast de intensieve landbouw ook de zware industrie, lucht-, weg- en watertransport, aardolie verwerkende industrie en intensieve veehouderij. Als we uit dit lijstje het gebruik van fossiele brandstoffen zouden kunnen schrappen, zijn we al bijna in staat de organische koolstofkringloop te sluiten en volwaardig voedsel te produceren. Tegelijkertijd kunnen we op onze sloffen voldoen aan het Klimaatverdrag van Parijs uit 2015. Het grijpt allemaal in elkaar!


De organische koolstofkringloop samengevat in 4 kernzinnen (klik erop voor nadere uitleg)
Alle leven op aarde is gebaseerd op en circuleert in de organische koolstofkringloop

Een actieve organische koolstofkringloop is de ruggengraat van een robuust ecosysteem

Een actieve organische koolstofkringloop vormt ook de kern van organische kringlooplandbouw. Die is sterk afhankelijk van een bodem met (voldoende divers) aeroob bodemleven. Dat zorgt voor vitale planten, volwaardig voedsel en als bonus ook voor gezonde mensen en dieren.

Zonder de organische koolstofkringloop te sluiten wordt de landbouw nooit duurzaam.

De boer die voor organische kringlooplandbouw gaat, creëert de juiste omstandigheden voor een vitaal bodemleven en houdt die ook in stand, voor volgende generaties:
  1. Organische kringlooplandbouw delegeert het voeden van gewassen aan het bodemleven,
  2. In zo'n kringlooplandbouw is de boer vooral FACILITATOR van rijk, divers bodemleven
  3. Organische kringlooplandbouw richt teeltmaatregelen dus op een goede microbiële balans
  4. Organische kringlooplandbouw sluit nutriëntenkringlopen liefst op bedrijfs- of regioniveau.
  5. Zo'n kringlooplandbouw stelt de productiefactor grond veilig voor volgende generaties
  6. Aan productiezijde begunstigt deze kringlooplandbouw zowel bedrijfsrendement als milieu
  7. Voor de consument is organische kringlooplandbouw het fundament van zijn gezondheid

Wie zijn wij
Het Netwerk Vitale Landbouw en Voeding (NVLV) is een landelijke vereniging waarvan de leden ofwel partner (beroepslid) of vriend (donateur) zijn. De vereniging vestigt de aandacht
  1. op het verband tussen voedsel- en bodem-kwaliteit, en dus ook op de noodzaak
  2. de integriteit van de hele voedselketen te beschermen, tegen alle processen die de volwaardigheid van het voedsel op ons bord kunnen aantasten:
  3. bv. de industriële landbouwmethoden die het functioneren van de bodem als (levend) onderdeel van het planetaire ecosysteem in de weg staan door overmatige stikstofimport en
  4. de industriële voedselbewerkingsmethodieken waarmee zoveel waardevolle micronutriënten worden weggeraffineerd uit voedsel, alleen terwille van smaak, kleur en houdbaarheid.
MDoelen

Wat willen wij
Het NVLV streeft daarom naar een bewustwordings- en kennisontwikkelingsproces, op het drietal praktijkgerichte terreinen dat hieronder wordt genoemd onder 1. 2. en 3..

Dit leerproces is nodig om de productie van gezond, volwaardig voedsel voor iedereen mogelijk te maken. Daarvoor zijn duurzaam opererende, rendabele landbouwbedrijven nodig, waar de boer genoeg voor zijn producten ontvangt om zijn bodem en zijn bedrijf vitaal te kunnen houden. Echter ook op percelen bewerkt door individuele stadslandbouwers is kennisondersteuning nodig om de regeneratie van de bodem tot een goed einde te brengen:

  1. Bij boeren, tuinders en stadslandbouwers korte organische kringlopen promoten waarin het herstellen van een rijk, zuurstofminnend bodemleven voorop staat, omdat daarmee een superieure voedselkwaliteit kan worden gerealiseerd en, met name bij de kleinere landbouwbedrijven, meer economische speelruimte.

  2. Bij de overheid regelgeving nastreven die organische kringlooplandbouw structureel ondersteunt
    • met samenhangend bronbeleid dat het primaat bij het bodemleven legt en niet bij end-of-pipe oplossingen;
    • en zulk beleid baseert op parameters die de vitaliteit van het bodemleven adequaat beschrijven, omdat daarmee efficiënt gestuurd kan worden op bodemherstel.

  3. Burgers ertoe bewegen steeds meer te kiezen met hun vork en hun spade om samen de omschakeling naar organische kringlooplandbouw direct en indirect tot stand te brengen.

Met het realiseren van deze doelstellingen kan een einde komen aan nationaal symptoombeleid dat excessen van industriële landbouw (zoals hoge ammoniak- en nitraatemissies) probeert terug te dringen zonder de eigenlijke bron aan te pakken: de import van te veel stikstof- + fosfaatrijke inputs, die, direct of indirect op de bodem gebracht, daar hun destructieve werk doen:
  • de lokale samenwerking tussen de plant (haarwortels) en het bodemleven bij de opname van organische nutriënten wordt gefrustreerd door veel te hoge concentraties van een beperkt aantal kunstmestzouten in het bodemvocht.
  • Daardoor ontstaat er een onbalans tussen nutriënten, waarbij spoorelementen verloren gaan voor opname door het gewas en de voedingswaarde van ons voedsel navenant terugloopt.
  • Daarbij worden milieucompartimenten en volksgezondheid (soms zwaar) belast met chemicaliën en
  • wordt de (socio-)economische speelruimte voor (kleine) boeren en tuinders nodeloos verkleind door de financiële last van extern aangekochte inputs.

Een rijk en divers bodemleven is dus geen overbodige luxe voor onze voedselkwaliteit
Al tientallen jaren loopt de voedzaamheid van industrieel geproduceerd voedsel achteruit, met immense gevolgen voor volksgezondheid en zorgkosten. Dat heeft te maken met een toenemend tekort aan complexe organische verbindingen in voedselgewassen, bv. enzymen, vitaminen en afweerstoffen, maar ook geur- en smaakstoffen, en zeker ook anti-oxidanten. Als we het ontstaan van die tekorten gaan onderzoeken, komen we in de bodem terecht, waar steeds minder spoorelementen beschikbaar zijn, die zowel voor planten als voor microben essentieel zijn als co-factor voor de aanmaak van enzymen en vitaminen. Het blijkt dat het ontstaan van nutriëntentekorten in voedselgewassen vaak samengaat met zowel een gebrek aan bodemleven als een gebrek aan opneembare spoorelementen. Het zou zomaar kunnen dat glyfosaatgebruik daarvoor verantwoordelijk gesteld kan worden, omdat zowel bodemleven als de beschikbaarheid van spoorelementen sterk beïnvloed worden door de werking van glyfosaat.

Ook in de industriële voedselverwerking gaan nutriënten verloren, en soms veel! Het eindproduct in de reguliere supermarkt is dus niet zelden maar een schaduw van het volwaardige voedsel dat onze (over)grootouders nog kenden uit de moestuin. Ziedaar het decor voor het opduiken van 'moderne' ziektes die aan het begin van de industriële revolutie nog maar nauwelijks bekend waren.

De eenvoudige oplossing voor een complex probleem: herstel het bodemvoedselweb

Het gebrek aan beschikbare spoorelementen in industrieel bewerkte landbouwbodems zou dus kunnen worden teruggedrongen naarmate het bodemvoedselweb weer meer aeroob bodemleven ter beschikking krijgt om belangrijke bodemfuncties te kunnen herstellen en verbeteren, zoals
  1. bevoorrading van de haarwortels van planten met organische nutriënten en het
  2. onderhoud van het klei/humuscomplex, de koolstofrijke infrastructuur van de bodem.

De 'skelet-functie' van het klei/humuscomplex in een gezonde bodem is net zo belangrijk als de bevoorrading van de haarwortels, omdat het zonder een goede bodem-infrastructuur niet mogelijk is zowel het fijne als het grove poriënnetwerk te handhaven dat een bodem zo hard nodig heeft:
  • om het zuurstofminnende bodemleven voldoende 'lucht' te geven voor zijn functioneren
  • om snel water te kunnen opnemen (met de grote macroporiën, de bodem-slagaders)
  • om veel water te kunnen opslaan (in de kleine microporiën, de bodem-haarvaten)
  • en ten slotte om de doorwortelbaarheid op peil te houden in het hele profiel, wat zich ook laat vertalen als een veel betere toegankelijkheid tot de nutriënten in het hele profiel.

Het hele bodemverarmingsproces zoals eerder genoemd is een optelsom van verschillende sluipende fenomenen, waarin de afbraak van het klei/humuscomplex centraal staat. Dit verarmingsproces is in de industriële landbouw nu zo ver gevorderd, dat het bij voortzetting van 'Business As Usual' op een termijn van zo'n 30 jaar volledig structuurloze gronden kan opleveren, waarop vrijwel geen landbouw meer mogelijk zal zijn in de klassieke zin van het woord. Op deze website wordt besproken hoe de verarming van de bodem in zijn werk gaat, hoe die zich voortzet in de hele voedselketen tot op ons bord en hoe dat onze gezondheid beïnvloedt. Wij gaan ook na welke maatregelen er nodig en mogelijk zijn om de bodem te herstellen en te behouden voor volgende generaties.

Het klei/humuscomplex en het bodemleven bepalen samen de bodemvruchtbaarheid

Lees hier hoe het bodemleven samenwerkt met het klei/humuscomplex

Het teruglopen van de natuurlijke vruchtbaarheid van een bodem gaat dus altijd samen met structuurverlies en een verarmd bodemleven. De oorzaak ligt in een combinatie, van:
  1. uitloging van de minerale delen, door verzuring o.i.v. kunst/drijfmest en zure regen, met toenemende uitspoeling als resultaat. Hierdoor komen niet meer voldoende verweringsproducten beschikbaar voor opbouw en onderhoud van het k/humuscomplex.
  2. opsluiting van belangrijke (sporen)elementen door het herbicide glyfosaat, met desastreuze gevolgen voor de populaties van aerobe bodembacteriën en schimmels;
  3. organische bodemverarming in de vorm van voortschrijdende humusafbraak. Dat leidt tot het instorten van het klei/humuscomplex en wordt in de hand gewerkt door
    • het bodemoppervlak onbegroeid te laten, onbeschermd tegen zon, wind en regen
    • ploegen of omspitten, met oxidatie van humus die aan de lucht wordt blootgesteld
    • versmeren van de toplaag door bewerken/berijden bij te natte omstandigheden:
    • verdichting door gewicht en vibraties van zware werktuigen en door chemie: KCl
Het netto resultaat van herhaald ploegen/verstoren is dus negatief en werkt bodemverarmend.

Uit de beschrijving van het klei/humuscomplex heeft de oplettende lezer al afgeleid dat de afbraak van humus ook forse consequenties voor de bestaanszekerheid van het bodemleven heeft. Het ene bestaat niet zonder het andere. Als de humus uit de bouwvoor (dat is de bovenlaag van een akker waarin planten kunnen wortelen) bij omploegen opeens wordt blootgesteld aan te veel zuurstof uit de lucht, wordt de humus snel afgebroken, terwijl het zuurstofminnende (aerobe) bodemleven op zijn kop gaat en juist zuurstof te kort komt. Letterlijk de omgekeerde wereld. Tot overmaat van ramp wordt door het ploegen en passant ook de bescherming verwijderd die de begroeiing biedt tegen de impact van regen, wind en zonnestraling. Ten slotte, om het verhaal even helemaal af te maken: als er dan ook nog een kunstmestgift achteraan komt, hebben de condities voor humusontwikkeling en -behoud zeker weer voor een jaar achterstand opgelopen.

Na het ploegen gaat de bodem weer inzakken (ploegen helpt dus maar even) en nu sterft er aeroob bodemleven af door te weinig zuurstof terwijl aan het oppervlak humus oxideert door plotselinge zuurstoftoevoer. De afbraak van humus is een sluipend proces waarbij kruimelstructuur en porositeit (waterbergend vermogen!) van een bodem jaar na jaar langzaam afnemen. Dit fenomeen is de eerste, minst opvallende maar landbouwkundig meest ingrijpende dynamiek van bodemdegradatie. Het resultaat van deze landbouwkundige tredmolen is dus dat de eens zo poreuze, vruchtbare bovengrond door verlies aan organische stof langzaam maar zeker verandert in een betonnen plaat, die nauwelijks nog regenwater kan opnemen en alleen nog maar met superzware trekkers kan worden opengetrokken. Het eindstadium is zuurstofloosheid, bodemerosie en vrijwel totale onvruchtbaarheid.
Natuurlijk kan een gecompacteerd bodemoppervlak al moeilijk regenwater opnemen, maar achter de directe oorzaak (het gebruik van zware landbouwmachines en mesttanks) ligt nog een diepere oorzaak: het instorten van het klei/humuscomplex. Daardoor is de compactie veel ernstiger en moeilijker terug te draaien, vanwege het afstervende bodemleven en het neerslaan van koolstofketens die eerst colloïdaal waren opgelost. Het gevolg is dat de bodem veel minder water kan vasthouden omdat de colloïdale krachten zijn weggevallen. Om dezelfde reden kunnen nutriënten die stevig verankerd waren in de colloïdale mix, bij droogte nu met de fijnste deeltjes gewoon wegwaaien. De droogte- én zoutgevoeligheid nemen dus toe. Flevoland.Dit hele proces wordt nog eens versneld als er glyfosaat aanwezig is, dat eiwitten neerslaat en zich met alle gebonden nutriënten sterk hecht aan de fijnste bodemdeeltjes. Het instorten van de humusstructuur met al zijn colloïdaal gebonden water en aangehechte nutriënten erbij (organisch en anorganisch) is dus niet alleen funest voor de porositeit van de bodem (beluchting en waterberging) maar net zozeer voor bodemleven, natuurlijke bodemvruchtbaarheid, plantgezondheid, humane en dierlijke gezondheid. Daar heeft glyfosaat dus op veel plaatsen in de wereld heel veel mee te maken.

4 redenen om de bodems van Europa te redden

Het rapport 'Preserving agricultural soils in the EU' stelt dat circa 45 procent van de Europese landbouwbodems te weinig organische stof bevat. Precies hetzelfde percentage, ook 45%, is van toepassing op landbouwbodems in de EU die glyfosaat bevatten en AMPA, het belangrijkste en gifstigste afbraakproduct van glyfosaat, aldus een recente studie. Toevallig, of niet? Moeilijk te zeggen, maar het geeft wel te denken. We zijn in ieder geval hard op weg het Europese landbouwpotentieel 'grondig' onderuit te halen. Dat moet en kan anders, zo zegt ook Prins Charles, en dat begint bij herstel van het bodemleven.

4 belangrijke vragen over humane en dierlijke gezondheid in relatie tot bodemleven
Wat heeft de kwaliteit van ons voedsel eigenlijk met onze gezondheid te maken?

Hoezo ontbreken er organische (voedings)stoffen in ons voedsel? Hoe kan dat?

Hoe wordt ons voedsel weer volwaardig?.

Hoe komt de humusvorming weer goed op gang?.

Een verkeerde bodembehandeling heeft dus grote gevolgen voor de voedzaamheid van gewassen, en uiteindelijk voor de gezondheid van mens en dier. Wanneer niet adequaat wordt gereageerd op de toenemende bodemverarming loopt niet alleen de milieu-, maar ook de gezondheidszorg uit de hand. Dit terwijl de kosten wel op de maatschappij worden afgewenteld! Het NVLV wil daarom aan organische koolstof zijn noodzakelijke en rechtmatige plaats in de bodem teruggeven, aangezien dat veel voedsel-, bodem- en klimaat-gerelateerde problemen oplost. Verder wil het NVLV directe, korte lijnen tussen voedselproducent en consument, voor een beter zicht op de productiewijze en een eerlijker beloning van de producent. Maaltijdboxen kopen via het internet schiet dus in die zin niet zo op. Laat de kwaliteit van wat je eet niet bepalen door anderen! Kies zelf je boer of tuinder uit of nog beter: ga ook zelf de tuin in. Dan leer je elke dag wat bij, verhoog je je weerstandsvermogen en krijg je pas echt zicht op wat je eet!

Zoals gezegd is bodem-organische stof heel belangrijk voor gezonde plantengroei. Voor het samenstellen van complexe organische verbindingen zoals enzymen, vitaminen, geur-, smaak- en afweerstoffen benutten planten -naast de suikers en aminozuren die ze met hun bladgroen al aanmaken- bij voorkeur organische koolstofverbindingen uit de bodem, die door het bodemleven 'op bestelling' worden aangereikt vanuit humus, een colloïdale mix van water met minerale verbindingen en organische koolstofketens van verschillende lengtes. Dat is handiger en efficiënter, omdat het de plant veel minder energie kost dan alle voedingsstoffen weer helemaal opnieuw te moeten samenstellen uit basale chemische verbindingen, zoals bv. nitraten en andere stikstofzouten die vaak in overmaat in landbouwgronden aanwezig zijn. De ingrediënten voor de humus voert het bodemleven deels aan van verder weg, via meterslange schimmeldraden. Schimmels spelen dus een belangrijke rol aan het begin van de voedselketen! Zo breiden de plantenwortels hun actieradius dus ook sterk uit en het betekent een ruimere keuze aan voedingsstoffen. Het NVLV wil daarom voldoende organische koolstof terug in de bodem: het is de grondstof voor een rijk bodemleven en de basis voor een gezonde gewasgroei die geen bestrijdingsmiddelen nodig heeft. Dat levert ook gezonde mensen en dieren op!.

Een rijk bodemleven is niet los te zien van humane en dierlijke gezondheid
Wanneer planten door de afwezigheid van een rijk bodemleven te weinig organische voedingsstoffen hebben kunnen opnemen, gaat hun weerstand achteruit omdat zij veel gezondheidsbevorderende stoffen missen. Dat heeft alles te maken met slechte opneembaarheid van sporenelementen die niet organisch gebonden zijn, en weinig met de elementen die chemisch kunnen worden aangetoond! Door die slechte opneembaarheid gaat de kwaliteit achteruit van het voedsel dat met die gewassen wordt gemaakt en die is niet ff te corrigeren door er achteraf nog wat E-nummers aan toe te voegen.

Zonder levende humus (als buffer) is een organische koolstofkringloop ondenkbaar
Als er niet een (redelijk) constante aanvoer van schoon organisch materiaal bestaat, sterft het bodemleven langzaam af. Dat proces wordt versneld als er pesticiden worden gebruikt, met vaak zeer schadelijke effecten op aerobe bodembacteriën/schimmels. De humusvorming komt daardoor uiteindelijk tot stilstand en het humusgehalte is op dat moment al sterk teruggelopen. Bij gebruik van kunstmest wordt de overgebleven humus nog sneller afgebroken, omdat het overgebleven bodemleven op zoek gaat naar de overgebleven sporenelementen (die in de kunstmest ontbreken). De bodem begint nu ook zichtbaar uit elkaar te vallen of wordt zo hard als beton, afhankelijk van korrelgrootteverdeling in de bodem. De micro-erosie is overgegaan in macro-erosie, zie foto. Dit alles betekent het einde van de organische koolstofkringloop en het begin van een dubbel domino-effect, dat aan de ene kant darm- en gebreksziekten veroorzaakt bij mens en dier en aan de andere kant weggespoelde of weggewaaide landbouwgronden oplevert, afhankelijk van natte of droge weersomstandigheden.MDoelen
De mens is tot veel in staat, maar een blik humus opentrekken kan hij niet (een blik hummus kan weer wel, maar daar heeft de landbouw niets aan). Humus kan in al zijn complexiteit alleen door het bodemleven gevormd worden en is dus van levensbelang voor het op gang houden van de koolstofkringloop. De rol van het bodemleven is steeds voldoende organische koolstofverbindingen (humus) opzij te zetten, als reserve wanneer de aanvoer van verse organische resten even wat minder wordt. Humus vervult ook een belangrijke functie bij de waterberging in de bodem. Zonder humus kon je vroeger maar beter emigreren. Al voor het begin van onze jaartelling zijn hele volksstammen daar achter gekomen toen zij hun landbouw steeds verder onderuit zagen gaan.

Ook nu nog zijn er stammen in het tropisch regenwoud die steeds een stukje grond platbranden, daar een jaar of twee/drie op boeren en dan als de bodem is uitgeput weer verder trekken. Dat heet 'slash and burn' en 'shifting cultivation' respectievelijk. Grote volksverhuizingen zijn tegenwoordig echter geen optie meer en je kunt dus als bewoners van de planeet Aarde maar beter wat meer zorg aan je bodem besteden (als je tenminste niet de pech hebt dat veranderingen in het klimaat daar een stokje voor steken, of landgrabbers en corrupte overheden die samen op grote schaal lokale boeren van hun land af gooien om een ecologisch achterhaalde vorm van landbouw te beginnen). De vraag naar nog vruchtbaar land neemt dus snel toe, want de bestaande roofbouw op industriële grondslag gaat ook gewoon door: op mondiaal niveau verliezen zo'n 33 voetbalvelden/minuut hun vruchtbaarheid.

Het bodemleven levert ook organische voedingsstoffen direct aan de plant.
Het bodemleven is er niet alleen om humus te vormen: in ruil voor een deel van de suikers en aminozuren die uit het blad worden aangevoerd, levert het bodemleven ook organische voedingsstoffen terug aan de wortels. Die voedingsstoffen vormen de basis voor allerlei enzymatische processen en afweermechanismen en maken de vorming van de zg. secundaire metabolieten mogelijk. Daarmee vergroot de plant zijn weerstand tegen ziekten en plagen en tegelijkertijd ook zijn voedzaamheid voor mens en dier. Het zijn deze stoffen die ook het verschil uitmaken tussen volwaardig voedsel en lege calorieën. Van alleen (geraffineerde) koolhydraten en vetten of oliën word je gegarandeerd dik, óf ziek (let op de verhouding omega-3/-6-vetzuren!), óf allebei*). Alleen een vitaal gewas met alle organische nutriënten in balans geeft dus gezond voedsel en heeft bovendien geen bestrijdingsmiddelen nodig, omdat er voldoende enzymen en afweerstoffen aanwezig zijn. Die kunnen op hun beurt alleen gevormd worden als er voldoende organisch gebonden sporenelementen worden aangevoerd: daar komt het bodemleven weer om de hoek kijken. Als er glyfosaat in de bodem zit wordt dat proces flink verstoord, omdat glyfosaat sporenelementen inkapselt, essentiële aminozuren verdonkeremaant en aerobe bacteriën het leven zuur maakt. Een mooie kans voor anaerobe schimmels!
*) Het lichaam is erop ingesteld altijd eerst de koolhydraten te verbranden en slaat de vetten ff op voor 'later'. Een ander punt is dat je van ruim vet of olie gebruiken eerder dik wordt naarmate de verhouding tussen omega-3 en 6-vetten geen 50/50 meer is. In natuurlijke oliën zoals kokosvet is dat nog wel het geval. Daarin is in de ongeraffineerde vorm nog veel laurinezuur aanwezig (NB: Wat ook niet thuishoort in een volwaardig dieet zijn geraffineerde koolhydraten zoals kristalsuiker of wit meel). Echter als men genoeg beweging neemt en volwaardig voedsel eet kunnen veel natuurlijke koolhydraten en vetten nauwelijks kwaad, omdat men in volwaardig voedsel allerlei enzymen en andere hulpstoffen vindt die nodig zijn om het voedsel behoorlijk te kunnen verteren. Daarentegen krijgt iemand die vooral fast food eet voornamelijk de macronutriënten zoals eiwitten, koolhydraten en vetten binnen, maar geen micronutriënten omdat fast food veel te weinig hulpstoffen bevat. De vertering verloopt daardoor niet optimaal en het lichaam begint de macronutriënten als ballaststoffen op te slaan. Gevolg: obesitas. Daarbij zorgt een overmaat aan eiwitten ook nog eens voor een verzuring die het risico op kanker aanmerkelijk vergroot, zeker in combinatie met de vaak voorkomende tekorten aan organisch gebonden magnesium (chlorofyl!). Een paar pillen lossen dat probleem niet op.

Zonder humus kan de bodem niet vruchtbaar en vitaal zijn en de mens ook niet.
Dat heeft alles te maken met de afwezigheid van een florerend aeroob bodemleven.
Onder ideale omstandigheden stelt het bodemleven een deel van de geproduceerde organische afbraakproducten direct weer ter beschikking aan de plant. Een ander deel wordt verder omgezet in levende humus met langere koolstofketens, die zich makkelijk binden aan de aanwezige kleideeltjes. Zo ontstaat een klei-humuscomplex dat forse hoeveelheden water en voedingsstoffen kan vasthouden en een tussenstation vormt tussen verterende organische resten en krachtig groeiende, vitale planten. Het fungeert dus als een buffer die continuïteit mogelijk maakt in de aan- en afvoerprocessen van organisch materiaal. Het bodemleven kan daardoor ook tijden van schaarse aanvoer overleven en de plant zonder onderbreking blijven voorzien van ingrediënten die de vorming van allerlei complexe organische afweerstoffen, enzymen en voedingsstoffen mogelijk maken. Zonder die enzymen zijn gewassen niet goed verteerbaar, is het voedsel dat daarvan wordt gemaakt niet volwaardig en blijft het lichaam dus zitten met ballaststoffen die niet afgebroken en afgevoerd kunnen worden (obesitas, darmziekten en allergieën!).

Humus en bodemleven zijn de twee handen op de buik van de kringlooplandbouw!
Humus in de bodem is een donkere en soms wat plakkerige organische substantie, die zich vormt uit de (nog) levende inhoud van verterende cellen van plant en dier. Dit materiaal bevat componenten die makkelijk direct weer door de haarwortels van planten kunnen worden opgenomen! Dat is dus een heel directe vorm van plantenvoeding. Humus bindt zich bij voorkeur aan kleideeltjes en vormt daarmee dan het klei-humuscomplex, dat enorme hoeveelheden water en ionen kan vasthouden. De samenstelling van humus verandert voortdurend door de vele bodemorganismen die erop inwerken en er ook fysiek deel van uitmaken. De hoeveelheid humus is direct verbonden met de vitaliteit van het bodemleven en bepaalt het potentieel van de bodem gezonde gewassen voort te brengen. Wormen, schimmels en bacteriën leveren de organische lijmstoffen die de samenhang, de luchtigheid en de sponswerking van een bodem in stand houden. Humus is dus ook de perfecte garantie tegen erosie, wel vooropgesteld dat het bodemoppervlak wordt beschermd tegen de directe effecten van zon, wind en regen, met een permanente bedekking van planten of een (liefst organische) mulchlaag die het bodemleven niet alleen beschermt maar ook van voedsel voorziet.


D E -- P L A N T -- N I E T -- I N -- D E -- B R A N D, -- M A A R -- O P -- H E T -- L A N D

Voor het vastleggen van meer humus in de bodem moet de natuurlijke kringloop van organische koolstof weer op gang gebracht worden (met de 'vergeten' kennis over de bodem die in het verleden allang ontwikkeld is). Daartoe moet al het (schone) organische restmateriaal plus de ontbrekende sporenelementen weer terug op het land worden gebracht en dient er weer aandacht te komen voor de rol die het bodemleven speelt als gangmaker en motor van de koolstofkringloop. Het vereist ook dat allerlei vormen van vermijdbare CO2-uitstoot worden vervangen door koolstofsequestratie (vastleggen van koolstof) in de bodem, met daarvoor geëigende (schone) methoden. Met vermijdbare CO2-uitstoot bedoelen we in dit verband die van verbranding, onnodige vergisting en oxidatie van organische materialen (ploegen!).

Humus is voor de bodem als het ware een smeermiddel voor een soepel werkende koolstofkringloop; humus heeft voor het bodemleven dezelfde functie als olie voor een versnellingsbak. Zonder humus lopen de radertjes van de koolstofkringloop vast, terwijl een actieve koolstofkringloop nou juist (samen met de beschikbare sporenelementen) heel direct de kwaliteit van ons voedsel bepaalt. Met de volwaardigheid van ons voedsel als doel komen de randvoorwaarden voor het creëren van gunstige bodemcondities opeens in een heel ander licht te staan; in plaats van een efficiënte drogestofproductie als Heilige Graal (efficiënt alleen in termen van externe inputs) wordt het gehalte aan levende humus uitermate belangrijk, als sleutel tot
  • de productie van vitale gewassen met een hoge voedingswaarde,
  • waarbij de nutriëntenkringloop vrijwel is gesloten en
  • de verborgen of uitgestelde kosten voor de maatschappij tot 0 worden teruggebracht.

Onze vereniging wil de overgang naar efficiënte vormen van kringlooplandbouw realiseren met vernieuwende werkwijzen en bundeling van de krachten van haar leden. Op dit moment zijn er drie belangrijke aandachtsgebieden:
  1. herstellen van de organische koolstofkringloop in onze landbouwgronden, een eerste voorwaarde voor het herstellen van een humusrijke bodem waarop weer vitale gewassen kunnen groeien. Dankzij een veel hoger gehalte aan weerstandsverhogende stoffen kunnen vitale gewassen zich veel beter verweren tegen ziekten, plagen en nachtvorst en vormen zij bovendien de grondstof voor volwaardig=gezond voedsel;
  2. het primaat in de regelgeving leggen bij het sluiten van lokale nutriëntenkringlopen (en niet bij het terugdringen van stikstofverliezen, een vorm van symptoombestrijding);
  3. de lijnen tussen producenten en consumenten zo kort mogelijk maken, in een streven het volwaardige voedsel van een gezonde bodem ook zo snel mogelijk naar de consument te brengen en met zo min mogelijk verliezen.
Een uitgebreider overzicht vindt u onderaan deze pagina.

Waarom dit lijstje?
Het NVLV signaleert dat de gewassen die door de moderne landbouw worden geproduceerd steeds minder voedingsstoffen blijken te bevatten. Ze zijn dus vrijwel 'leeg' als het op voedingswaarde aankomt. Ten opzichte van nog maar enkele decennia terug zijn die verliezen opgelopen tot vele tientallen procenten. Dat geldt nog eens extra voor bewerkt voedsel (fast food en verpakt voedsel uit de supermarkt), waarin de dik makende calorieën dus overblijven, evenals allerlei kunstmatige toevoegingen met E-nummers die niets met gezondheid te maken hebben en alles met economisch getinte motieven tot het verbeteren van de houdbaarheid en het 'pimpen' van smaak, geur en kleur. Die toevoegingen worden steeds belangrijker, naarmate het gebrek aan onvervalste voedingsstoffen in industrieel geproduceerde gewassen verder toeneemt. Onvermijdelijk gevolg daarvan is dat de vraag naar het gezonde voedsel van twee, drie generaties terug steeds sterker wordt.

Voor de rest van ons verlanglijstje klikt u hieronder en voor onze dromen hier

Kringlooplandbouw kan die broodnodige vitaliteit in de bodem herstellen door het bodemleven weer te activeren. Dat gaat het beste door de resten van de op dat land geproduceerde gewassen daar ook weer terug te brengen, onder toevoeging van eventueel ontbrekende sporenelementen (op basis van steenmeel of zeezout of met behulp van een organisch preparaat plus actieve kool en kleimineralen, ter stimulatie van het bodemleven). Ook kan het soms nodig zijn organische zuren (humine-, fulvinezuur) toe te dienen en vormen van bodemleven te enten die kunnen helpen de mineralen te ontsluiten. Dat laatste verklaart ook waarom het vaak enige jaren duurt voordat de natuurlijke bodemvruchtbaarheid weer terug komt: het bodemleven moet eerst weer op gang komen. De basisvoorwaarde bij dit alles is dat de aangevoerde plantenresten, compost, supplementen en (dierlijke) mest schoon zijn. Digestaat van vergisters en zuiveringsslib van onduidelijke herkomst komen dus niet in aanmerking zolang er kans op verontreinigingen bestaat, met industrieel afval (dioxines, petrochemische producten, zware metalen etc.), bestrijdingsmiddelen of antibiotica.

Wat staat ons nu te doen voor een beter bodembeheer? Het bodemleven stimuleren.
INVESTERING: meer leven in de bodem brengen, voor meer organische koolstof, meer eiwitgebonden stikstof en minder nitraten+kaliRESULTAAT: gewassen worden vitaal en het voedsel wordt volwaardig. Als toetje kan Nederland dan ook nog van de derogatie af!
  • stalmest nat/droog gescheiden behandelen en OP de bodem brengen = niet injecteren
  • beluchting van de bodem verbeteren door compactie van de bodem te vermijden
  • aanwas aeroob bodemleven stimuleren door kunstmest en bestrijdingsmiddelen achterwege te laten of i.i.g. te reduceren
  • sporenelementen beschikbaar maken (dus geen glyfosaat of GM-veevoer gebruiken!)
  • vee in ieder geval vezelrijk voeren (maar beweiden heeft de voorkeur, zodra het aeroob bodemleven weer voldoende actief is én het gras meer org. nutriënten bevat)
  1. verbeterde C/N-verhouding in de mest
  2. -> activering aeroob bodemleven
  3. -> betere stikstofconversie naar op- neembare organische voedingsstoffen
  4. -> reductie van stikstofverliezen (NH3, N2 en N2O naar atmosfeer en NO3-naar grondwater)
  5. -> vastleggen van CO2 + netto opbouw van organische stof (humus) en eiwitten + enzymen in de bodem
  6. -> groeiende planten bevatten minder kalium, nitraten en probleemschimmels
  7. -> Bestrijdingsmiddelen kunnen weg

Hoe krijgen we dat aerobe (zuurstofminnende) bodemleven weer terug?
Het spreekt (bijna) vanzelf dat we eerst de voorwaarden dienen te scheppen waaronder dat bodemleven zich optimaal kan ontwikkelen en zijn werk kan gaan doen: door organische voedingsstoffen op de bodem aan te brengen. Al in de vorige eeuw is aangetoond dat de plant heel weinig kunstmest opneemt als er organische voeding voorhanden is. Het betekent dat we planten niet meer voortdurend moeten opzadelen met an-organische zouten en rottingsproducten uit drijfmest die in veel te grote hoeveelheden in de bodem worden gebracht. In plaats daarvan zullen we het bodemleven in staat moeten stellen de verterende resten van planten en mest in een passend tempo te benutten om er weer hoogwaardige plantenvoeding van te maken, die door het bodemleven gedoseerd en op afroep kan worden aangeleverd uit (humus)voorraad. Dat vraagt veel meer beluchting en een totaal andere kijk op bemesting, waarbij niet conditionerend wordt gewerkt op planten, maar faciliterend voor de ontwikkeling van het bodemleven.

Wat doet een organische koolstofkringloop?
Koolzuurgas (CO2) dat eenmaal in de vorm van suikers en vezels door planten werd vastgelegd komt in een organische koolstofkringloop niet meer vrij, maar keert in gebonden vorm terug OP die bodem, om weer als voedsel voor schimmels en zuurstofminnende bodembacteriën te kunnen dienen. Als we voor de verterende organische resten (plantmateriaal en mest) de juiste rijpingsprocedures en de juiste mix (met sporenelementen) toepassen, krijgt het zuurstofminnend bodemleven de ideale grondstof aangereikt met de juiste C/N-verhouding (koolstof/stikstof). Daarmee wordt per hectare steeds meer organische koolstof vastgelegd. Dat is winst, niet alleen in termen van CO2-belasting van de atmosfeer, maar ook van andere broeikasgassen zoals methaan (CH4), die vele malen schadelijker zijn dan CO2.

Het mooie daarin is dus dat
  • als de mest -bij voorkeur gescheiden- direct wordt belucht en behandeld, bijvoorbeeld met een mix van ultrafijne koolstof, bruinkool en gesteentemeel,
  • als ook de beluchting van de bodem weer prioriteit krijgt en
  • als het vee vezelrijker wordt gevoerd (minder krachtvoer),
dit als direct resultaat heeft dat de overmaat aan stikstof in de mest daalt en de kwaliteit van de mest sterk verbetert. Dit wordt veroorzaakt door een hogere C/N-verhouding (12 á 15). waarbij meer stikstof in de vorm van eiwitten kan worden vastgelegd. Daardoor krijgen rottingsprocessen in de mest veel minder kans en worden aerobe omzettingsprocessen veel sneller op gang gebracht. Het probleem van de stank en de stikstofverliezen naar atmosfeer en grondwater verdwijnt daardoor als sneeuw voor de zon en de gewassen worden weer vitaal. Vijf vliegen in één klap! In tabelvorm: zie boven.

Wat mankeert er eigenlijk aan industriële landbouwgrond? Lees het hier

Wat zijn de drie aandachtsgebieden van het NVLV:
Het NVLV spant zich in voor bewustwording en kennisontwikkeling op een drietal praktijkgerichte terreinen:
  • een natuurlijker, op kringlopen gebaseerde land- en tuinbouw propageren, waarin het herstellen van een rijk, zuurstofminnend bodemleven in onze landbouwgronden hoogste prioriteit heeft omdat het bodemleven de natuurlijke bodemvruchtbaarheid op peil houdt: die valt af te lezen aan de hoeveelheid levende humus. Dat is hetzelfde stabiele organische bestanddeel dat de bodem ook in staat stelt zijn water vast te houden en de bodem het meest effectief beschermt tegen erosie. Wat er gebeurt met een dichtgereden bodem waar steeds minder humus (en minder structuur) in zit zien we op de foto hieronder. Voor een statement uit Engeland klikt men hier;
  • regelgeving voorstellen die ontwikkeling van het bodemleven ondersteunt met sturing op parameters die de vitaliteit van een bodem adequaat beschrijven, zoals humusgehalte, poriënvolume, en de activiteit van het aëroob bodemleven. Die moet in de plaats komen van regelgeving die excessen van industriële landbouw (zoals hoge ammoniak- en nitraatemissies) probeert terug te dringen zonder de feitelijke oorzaak aan te pakken: het (te) hoge eiwitgehalte van het veevoer en het niet gescheiden opvangen en behandelen van de vaste en de vloeibare fractie van mest. Daardoor ontstaat stikstofrijke drijfmest, met al zijn bodem-/milieu-onvriendelijke aspecten;
  • burgers ertoe bewegen steeds meer te kiezen met hun vork en hun spade, om de omschakeling naar kringlooplandbouw kracht bij te zetten en te versnellen, als middel om de vitaliteit aan onze voedselgewassen terug te geven en het produceren van gezonde voeding economisch mogelijk te maken.
Zie hierover Michael Pollan en ook dit artikel).
Nieuws
15-07-2024 Vooraankondiging conferentie Boer & Gezondheid
27-06-2020 Covid19 resultante van luchtvervuiling, glyfosaat en Coronavirus varianten
27-05-2020 Bodemhersel gaat in kleine stapjes, een project van GroeiBalans met Z-Holland
19-03-2020 Mondiale schatting: 3,85 M ha landbouwgrond zwaar vervuild met glyfosaat
06-01-2020 Vandana Shiva doorziet de agenda van 'filantropen' B. Gates + M. Zuckerberg
28-10-2019 Vacature voor een biologisch tuinder op Landgoed Huis Sevenaer
15-10-2018 Teler Arnold v Woerkom produceert voedzame aardappels zonder pesticiden
11-09-2018 Meino Smit promoveerde op duurzaamheid van de NL landbouw 1950-2040
12-08-2018 Schooltuinman Dewayne Johnson wint 1e ronde Roundupzaak tegen Monsanto
03-08-2018 BASF neemt Roundup, Liberty en groentenzaden over uit Bayer's boedel
11-07-2018 Minister Schouten zoekt naar nieuwe kernvisie op Nederlandse landbouw
19-06-2018 VBBM biedt ManiMest aan bij Vaste Kamercie LNV samen met NMV
19-01-2018 EP-commissie screent lobby en toelatingsprocedure bestrijdingsmiddelen
07-01-2018 6 EU-lidstaten willen van EC betere risicobepaling en uitfaseren glyfosaat
05-12-2017 Door glyfosaat vliegt de autisme-epidemie verder de bocht uit in de VS
06-11-2017 Bart Staes (EP): EC laat zich voor € 1 miljard chanteren door Monsanto
02-08-2017 Monsanto coördineerde acties om Séralini's rattenstudie onderuit te krijgen
27-07-2017 De Poison Papers zijn de waardige opvolgers van de Monsanto Papers
17-07-2017 2016: record aantal milieubeschermers dood bij verdediging van eco-rechten
11-03-2017 VN-rapport diskwalificeert pesticidengebruik in wereldvoedselproductie
23-02-2017 Koeien verplicht in de wei op voorstel PvdD
18-01-2017 Polarisatie stoppen, gaan voor volwaardig voedsel en eerlijke prijzen
Actuele agenda
2 oktober 2017 - Johanna Budwig de opvolgster van Nobelprijswinnaar Otto Warburg
15 oktober 2015 - Pesticiden worden onder geen beding toegepast, alleen natuurlijke mest
31 juli 2014 - PLOS bevestigt dat intact DNA van gg-gewassen in bloedbaan van de mens komt
9 december 2013 - De regeneratie van uitgeputte, verloren gewaande eco-systemen
10 september 2013 -
Hans Bruinsma van Stichting Agrikos onderzocht de kosmische relatie tussen grondbewerkingstijdstippen en de ontwikkeling van landbouwgewassen: hij vulde de inzichten van Maria Thun op indrukwekkende wijze aan.
Winkelwagen
0 artikelen | € 0,00
»
Zoeken
»
Mijn account
»
Conferentie Boer & Gezondheid
Niet de kilo's per hectare, maar de (micro)nutriënten bepalen de voedingswaarde van gewassen!14 september 2024
Druk bezochte NVLV themadag op 17 nov 2022 in Lunteren

Meino Smit's nieuwe boek is uitgekomen op 8 juni 2022
Landbouwtransformatie is broodnodig: dr.ir. Meino Smit
In memoriam Bessie Schadee Coronabrandbrief NL artsenZach Bush verklaart Covid19 als de complexe resultante van interacties tussen luchtvervuiling, glyfosaat en Corona-virus SARS-CoV-2. Oudere versies van het type Corona circuleren al jaren in de intensieve veehouderij. Bekijk Brits onderzoek luchtvervuilingOrganic 3.0: Ronnie CumminsNieuw boek van Jelleke de Nooy-van Tol is uitgekomen

De ammoniak puzzelstukjesvoor lokaal voedselbeleiddocumentaire over kringlo- pen in de melkveehouderij
Heeft kanker soms iets met bodemverarming te maken? In de aarde der zaak wel:
"We robbed soil and plants of essential medicinal qualities and lost intercellular communication" Dr. Zach BushMeld u aan als Vriend voor korting op themadagen

Jelleke de Nooy heeft haar boek uitgebracht in English!Kookcursus op DVD van Betteke Visserman (en Anna)
BARSTEN IN HET a...WAT?4 dec D2E/NIOO: Symposium
over 2 plantvoedingsvisies





Word lid!

Honingbank

brochure Netwerk VLV

Nieuwe publicaties:
Op weg naar agro-ecologische landbouw en genoeg goed voedsel voor iedereen
door Jelleke de Nooy-van Tol.
Dd. 6 nov 2013, 380 pp.

Levenskracht uit de oceaan:

Boekje 'Bodemgezondheid'
Bodemgezondheid


Quadrupool Academie jaarboek 2012

De samenhang tussen
bodem, plant & gezondheidArtikel dr. E.E. Pfeiffer, 1950

Het vergeten boek over de
kunst van het composterenOorspronkelijke titel: 'The waste products of agriculture'
1931, door Sir Albert Howard



Filter Welkom Vereniging Missie en doelstellingen Lidmaatschap Bestuur Privacyverklaring Wie Wat Waar Agenda en Nieuws Archief 2022 Archief 2021 Archief 2020 Archief 2019 Archief 2018 Archief 2017 Archief 2016 Archief 2015 Archief 2014 Archief 2013 Archief 2012 Onderwerpen Gezonde bodems Bemesting? Bodemleven Glyfosaat Vitaal water Vitale gewassen, voeding en gezondheid Kringlopen in land-en tuinbouw Boer-Burger en Ecoregio's Dierenwelzijn Nieuwe wetenschap en spiritualiteit Koolstofproblematiek Energievoorziening Biodiversiteit Gentechgewassen HR-gewassen Bt-gewassen Activiteiten Themadagen Eerdere themadagen Workshops en Symposia VoedselAnders-conferentie 2014 Symposium met Cordaid "Welke kennis delen wij?" 28 mei 2013 Lezingen Don Huber oktober 2011 Conferentie Acres USA december 2010 Ledenvergaderingen Nieuwsbulletin Publicaties NVLV Heel de Wereld Levenskracht uit de oceaan Bodemgezondheid QA Jaarboek 2012 Projecten Gezondheid Fast food Een glijdende schaal Detox Uitdagingen Sponsoring